Met Fairweggistan naar Oeganda, zoals het échte Afrika is.
Wij hebben als gezin met dochters van 11 en 13 in de zomer van 2014 een groepsreis naar Oeganda gemaakt met Fairweggistan. Wij hadden wel een paar keer in zogenaamde “moeilijke landen”gereisd, maar niet met kinderen en we waren nog nooit in Afrika geweest. Onze dochters waren zelfs nog nooit buiten Europa geweest. Bovendien waren we de laatste jaren redelijke luxueuze vakanties gewend.
Het begon vorig jaar toen mijn echtgenoot 50 werd. Hij wilde wel een groot feest, maar geen groot kado. Hij had liever dat mensen een bijdrage zouden leveren aan een goed doel. De vraag was welk goed doel. Hij belde met Mart Hovens, een oude bekende, jarenlang woonachtig in Afrika én grondlegger van Fairweggistan. Hij kwam met het idee om het project Amasiko in Oeganda te steunen. Hoe meer we ons in Amasiko verdiepten, hoe meer het begon te kriebelen. Hoe fijn zou het zijn om ook eens daar te gaan kijken. Hoe leerzaam zou het zijn voor onze dochters om ook eens te zien hoe mensen uit Afrika dagelijks vechten voor hun bestaan? Hoe interessant en confronterend zou het voor ons zelf zijn?
Uiteindelijk kozen we voor de groepsreis naar Oeganda, waarbij Mart zou meegaan als de reisleider met de ruime Afrika-ervaring. De reis zou ons brengen naar allerlei ontwikkelingsprojecten waardoor wij de mogelijkheid kregen om van nabij kennis te maken met het dagelijkse (over)leven van de Oegandezen, terwijl er ook voldoende ruimte was voor bezoekjes aan de diverse natuurparken. We boekten in maart 2014 onze vluchten. In mei, na een uitgebreide informatieavond voor geïnteresseerden was de groep compleet: ons gezin, een oma van 70 die veel in Oeganda had gereisd samen met haar 16-jarige kleinzoon, een lerares uit Amsterdam en uiteraard Mart. Als chauffeur en gids ter plekke zou de Oegandees David gaan fungeren.
Op 11 juli vertrokken wij via Düsseldorf naar Entebbe. Het overige gezelschap had een vlucht vanaf Amsterdam en kwam 12 juli aan. Het programma startte met een kennismaking met de vele planten en dieren van Oeganda in de botanische tuinen van Entebbe. Deze tuinen zijn ooit aangelegd door de Engelsen maar zijn inmiddels behoorlijk verwilderd. Een goedopgeleide gids uit Congo vertelde honderduit over de vele vogels, planten, bomen, spinnen en de diverse apen die aan de bomen slingerden.
De volgende dag vertrokken we richting Jinja. Onderweg bezochten we een kwekerij die ooit door de ouders van een van onze reisgenoten mede is opgezet. Het is een Nederlandse kweker die aan 800 mensen werk biedt en daarbij tevens een schooltje en een ziekenhuis heeft gebouwd. De mensen verdienen weliswaar weinig, maar ze krijgen van het bedrijf een woning en er is onderwijs en medische zorg voor hun familie voorhanden. Iedere dag vertrekken vluchten naar Nederland met de gekweekte chrysantenstekjes. Dat leverde meteen veel discussie op. Is dit niet nieuw kolonialisme of moderne slavernij? En maakt dit de mensen niet heel erg afhankelijk van die ene werkgever? Is het werk wel een leven lang vol te houden? En is het bedrijf wel zo duurzaam? Of is het juist een zegen, bij gebrek aan andere arbeidsmarktperspectieven? Verdienen de mensen niet best redelijk naar Oegandese standaard? Waar krijg in Oeganda zo’n goede zorg en onderwijs aangeboden?
In Jinja logeerden we bij een Italiaanse dame die een opleiding runt voor meiden die het hotelvak willen leren. Ooit moest zij met haar Oegandese echtgenoot en gezin vluchten voor het bewind van Ida Amin. Sinds 2001 is ze terug. Al haar meiden vinden snel werk in de hotelbranche. Zij hadden aan ons goed oefenmateriaal omdat we de Italiaans-Oegandese keuken wel konden waarderen! In Jinja bezochten we met een Nederlander van de stichting Kisoboka de sloppenwijken in Soweto, Makenke en de visafslag aan het Victoriameer. De illegale jeneverstokerij, die in al zijn zwartheid meer leek op een olieraffinaderij, maakte een zeer heftige indruk. Optimistischer werden we van het bezoek aan de vrouwen die in de oorspronkelijke vluchtelingenkampen zelf sieraden maken en daarmee voor hun familie een klein inkomen wisten te vergaren. Bij al deze bezoeken werden we steeds omringd door nieuwsgierige en vrolijke kinderen. Uiteraard maakten we ook een boottocht naar de bronnen van de Nijl en bezochten we diverse stroomversnellingen.
In Lake Mburo, de volgende stop na Jijna, maakten we kennis met tientallen nijlpaarden, krokodillen en nog meer vogels. Ook zagen we hier zebra’s, waterbokken, wrattenzwijnen en buffels. De wrattenzwijnen snuffelden aan ons huisje.
Vervolgens reden we over hobbelige en stoffige wegen door naar Amasiko aan het prachtige vulkanische meer Bunyonyi. Hier probeert Wilfried van der Veen een ecologische gemeenschap op te bouwen waarin een school, ecologisch toerisme en dito landbouw centraal staan. We kregen ontzettend veel bewondering voor de moed en inzet die Wilfried hier aan de dag legt, maar we zagen ook dat er nog een lange weg te gaan is. Het optreden van de hele school voor ons was ronduit ontroerend. Vanuit Amasiko ging ik naar Bwindi om gorilla’s in hun eigen leefgebied te zien. Een onvergetelijke ervaring, maar wat een uitputtende tocht! De mannen uit de groep maakten die dag een flinke fietstocht van Kabale naar Amasiko.
Vanuit Amasiko ging de reis verder naar het Queen Elisabeth-park. Hier hadden we weliswaar een guesthouse net buiten het park, maar wel op een hele leuke plek, gerund door enthousiaste mensen die ons veel vertelden over hun eigen cultuur en ons erg in de watten legden. We maakten diverse safari’s naar het Queen Elisabeth Park. Hoogtepunt was toch wel de boottocht over het Kazinga-kanaal waar we olifanten, bavianen, antilopen, buffels en krokodillen nog beter konden zien dan vanuit ons busje. En ja, wel we hebben ook leeuwen gezien!
Vanuit Fort Portal, een halve dag reizen vanaf Queen Elisabeth, maakten we diverse tochtjes in de omgeving en bezochten we een weeshuis. We maakten een fietstocht langs een aantal kleinere kratermeren en we werden door onze fietsgids thuis ontvangen. We maakten met de kinderen een tocht door het Kibale-bos waar chimpansees leven. Door iets meer rust in het programma en een luxueuzer guesthouse konden we hier echt even bijtanken voor de laatste etappe van de reis: Kampala en opnieuw Entebbe. In Kampale was het optreden van de Ndere-dansgroep echt een van de hoogtepunten. Tot slot was het ook wel eens lekker even te neuzen in de grote boekhandel van een van de grotere shoppingcenters in Kampala. Ons afscheidsdiner hadden we in Entebbe op het strand aan het Victoriameer.
Wij zijn inmiddels terug en kijken terug op een ontzettend leuke, leerzame, afwisselende, intensieve en bijzondere ervaring die we voor geen goud hadden willen missen. We hebben genoten van prettig reisgezelschap, een zeer ervaren gids en een uitstekende chauffeur die ter plekke veel tips wist te geven. We zijn trots op onze dochters die zonder mokken of morren de soms lange hobbelige en stoffige busreizen hebben doorstaan en geïnteresseerd om zich heen bleven kijken.
De reis heeft ons veel geleerd, ook over ons zelf. We kijken met nog meer bewondering naar al die vrijwilligers en projectmedewerkers die we hebben ontmoet en die op hun manier in kleine stapjes op duurzame wijze mensen proberen te helpen hun bestaan op te bouwen. Dagelijks (net) overleven lukt de meeste Oegandezen wel. Maar de reis maakte ook veel vragen los. Hoe organiseer je je samen en hoe organiseer je een betere toekomst, ook voor je kinderen? Hoe zorg je dat mensen vooral zelf initiatief nemen? Waar doe je vanuit het “rijke westen”nu wel of niet goed aan? Wat te denken van de recente kapitaalinjecties vanuit China? De antwoorden bleken niet altijd zo makkelijk.
We hebben de trots op de eigen cultuur van de vele stammen in Oeganda gezien en de uitbundige vrolijkheid van de kinderen ervaren. We hebben heel veel vogels en prachtige vlinders bewonderd. In de tuin van menige guesthouse zagen we soms nog meer soorten dan in sommige natuurparken. We waren stomverbaasd hoe kalm en trots de impala’s ons aankeken als we in ons busje voorbijreden. Grote boze olifanten beschermden hun jongen en trompetterden luid naar ons. Lome leeuwen keken niet op of om. Onverstoorbare gorilla’s aten rustig hun bladerenmaaltje. Chimpansees bleken nog banger te zijn voor bosolifanten dan wij. Nijlpaarden zwommen met onze boot mee. Het landschap en de natuur waren echt overweldigend, maar het meest waren we toch onder de indruk van de Oegandezen zelf en de vele mensen die proberen hier hun bestaan op te bouwen. Ik kan iedereen zo’n reis aanbevelen!
Simone van der Steen, augustus 2014
Foto’s Andy Pötgens