Interview met Mirjam: Hakuna matata in Kenia
Mirjam, op Wereldwijzer Mirjam VR, vertrok in 1988 voor het eerst naar Kenia, als studente geografie. Ze werd op slag verliefd op het land. Ze besloot om in 1990 nogmaals naar Kenia te vertrekken, deze keer voor een langere stage. Ook deze liep af en haar droom om na haar studie in Afrika te werken werd werkelijkheid; in 1993 vertrok ze voor haar werk naar Kenia. Ze maakte in haar tijd in Kenia zoveel dingen mee, dat ze besloot al haar ervaringen in een boek te publiceren; De roep van de mapori. Ondanks dat haar relatie met een Keniaan stukliep, is ze haar liefde voor Kenia nooit kwijtgeraakt. Wereldwijzer vroeg Mirjam alles over haar ervaringen met het werken, het contact met de mensen en de cultuurverschillen in Kenia.
http://media.wereldwijzer.nl/vast01/ww.0986.png
http://media.wereldwijzer.nl/vast01/ww.0981.png
Links: Mirjam, Rechts: met de kinderen
1. In welk land heb je gewerkt en wanneer?
In 1988 vertrok ik als student geografie naar Kenia, om bij te dragen aan een bodemonderzoek voor een project van de universiteiten van Wageningen en Nairobi in samenwerking met het Keniaanse ministerie van landbouw. Mijn onderzoeksterrein lag in Machakos, ongeveer 70 km van Nairobi vandaan. Na vier maanden zat mijn tijd erop, en moest ik terug naar Nederland. Met enorme tegenzin!
In 1990 ben ik opnieuw naar Kenia vertrokken, dit keer voor een langere stage. Ik heb toen tien maanden bodemonderzoek gedaan bij een Zwitsers-Keniaans projectteam in Nanyuki, aan de voet van de Mount Kenya.
Tijdens mijn stageperiodes leerde ik Kenia goed kennen en droomde ik al stiekem van een baan in Afrika na mijn studie. Dat werd werkelijkheid in 1993. Toen vertrok ik definitief - dat dacht ik toen althans! - naar mijn geliefde Kenia om in Nairobi bij ICRAF, een internationaal onderzoeksinstituut te werken. Ik heb daar tot 1998 gewerkt.
2. Ben je alleen of samen met iemand daar naar toe gegaan?
Tijdens mijn eerste stage was ik niet alleen. Er waren nog twee Nederlandse studenten die in hetzelfde project hun afstudeeronderzoek gingen uitvoeren. Met z’n drietjes gingen we het grote avontuur tegemoet. En dat was best fijn, want er ging van alles mis!
De tweede stage heb ik op eigen houtje geregeld. Ik had natuurlijk al wat connecties, dus dat ging vrij makkelijk. Omdat ik Kenia toen al aardig kende, was het absoluut geen probleem om alleen naar Nanyuki te gaan en daar mee te draaien in het project.
**3. Wat voor een soort werk heb je gedaan? **
Ik ben geograaf, en tijdens mijn stages heb ik in beide gevallen onderzoek gedaan naar de beschikbaarheid van water in de bodem. In Kenia wordt het aanplanten van bomen gepromoot, omdat bomen nuttig zijn voor de boeren en goed voor de ecologie. Maar in droge gebieden nemen deze bomen ook relatief veel water op, waardoor ze concurrerend zijn met de gewassen op de akkers. Daarom was inzicht nodig in de beschikbaarheid van bodemvocht.
Later, tijdens mijn baan bij ICRAF (International Centre for Research in AgroForestry - tegenwoordig het World Agroforestry Centre), lag het accent op bodemerosie. Bomen houden de grond vast, en kunnen dus bijdragen aan de vermindering van erosie op steile hellingen. Ik heb toen heel veel metingen gedaan om te kijken welke bomen/struiken effectief zijn tegen erosie.
**4. Wat heeft je bewogen om naar dit land te gaan? **
Eigenlijk was het stom toeval dat ik de eerste keer in Kenia terecht kwam. Het had net zo goed een heel ander land kunnen zijn. Voor mijn studie had ik mijn stages bij wijze van spreken ook op de Veluwe kunnen uitvoeren, maar ik wilde graag ver weg. Ik heb toen de advertenties in de universiteitsbladen nageplozen. De eerste mogelijkheid heb ik meteen aangegrepen, en dat bleek Kenia te zijn.
http://media.wereldwijzer.nl/vast01/ww.0984.png
http://media.wereldwijzer.nl/vast01/ww.0983.png
**5. Heb je dit zelfstandig geregeld of via een organisatie? **
De eerste stageplaats werd aangeboden door een professor van de universiteit Wageningen. Hij had geadverteerd, en ik heb met hem contact opgenomen. Ik kwam in een bestaand project, al bleek dat eigenlijk niet veel voor te stellen. Maar dat maakte het ook wel weer heel avontuurlijk!
De tweede stage heb ik zelfstandig geregeld.
Op de baan die ik later bij ICRAF kreeg heb ik moeten solliciteren bij DGIS, het Directoraat Generaal Internationale Samenwerking van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Dat was trouwens best een pittige procedure, met allerlei testen en gesprekken. Ik was dolgelukkig toen ik geselecteerd werd. DGIS leende mij voor vijf jaar uit aan ICRAF in Nairobi.
**6. Wat is de leukste ervaring die je tijdens de reis hebt meegemaakt? **
Ik heb heel veel leuke ervaringen. Zoveel, dat ik er een boek over geschreven heb! Ik ben gek op reizen en heb genoten van de vele avontuurlijke safari’s in Kenia. In het hoge noorden van Kenia ben ik verliefd geworden op een Keniaan, ook dat was erg avontuurlijk. Later ben ik met hem getrouwd en heb ik met hem twee kinderen gekregen. Iets buiten Nairobi (waar Karen Blixen ooit haar koffieplantage had) hebben we ons eigen huis gebouwd. Maar daarnaast maakte ik nog zoveel meer mee, echt heel bijzondere dingen. Zo heb ik als tafeltennisster gespeeld in Keniaanse Nationale Team en moest ik zomaar ineens voor Kenia uitkomen op een groot toernooi in India! Maar ook het dagelijks leven zat vol mooie momenten. Ik kwam onderweg naar mijn werk geregeld giraffen tegen, bijvoorbeeld. Of politieagenten met vreemde bedoelingen…
http://media.wereldwijzer.nl/vast01/ww.0987.png
http://media.wereldwijzer.nl/vast01/ww.0982.png
**7. En de minst leuke ervaring? **
De minst leuke ervaring was absoluut mijn verdriet over het niet stand houden van onze relatie. De eerste jaren met Njenga, mijn Keniaanse echtgenoot, waren fantastisch, maar na een jaar of zes begonnen er spanningen tussen ons te ontstaan. Uiteindelijk ben ik bij hem weg gegaan en heb ik voor mijzelf en de kinderen een eigen huisje in Nairobi gezocht. Overigens had deze gebeurtenis absoluut geen invloed op mijn liefde voor Kenia; die is altijd gebleven.
Wat ik ook bepaald niet leuk vond, was terugkeren naar Nederland! Ik had me eigenlijk voorgenomen nooit meer in Nederland te gaan wonen, maar door het uiteenvallen van ons huwelijk en (een jaar later) het eindigen van mijn contract met DGIS, zag ik me toch genoodzaakt terug te keren. En dan valt het niet mee hoor, het leven in Nederland weer op te pakken…
**8. Wat zijn de grootste (cultuur) verschillen tussen Nederland en Kenia? **
Er zijn veel cultuurverschillen, te veel om hier even op te noemen. Eigenlijk gaat mijn hele boek erover. Misschien komen ze nog wel het duidelijkst naar voren in de ervaringen van mijn ex-man, toen hij in Nederland was. Wij hebben namelijk ruim een jaar samen in Nederland gewoond (voordat we naar Kenia emigreerden) en dat was een moeilijke periode. Waar hij tegenaan liep was het westerse individualisme en het gebrek aan interesse in de medemens. Vergeleken met Kenia zijn we niet gastvrij. We hebben het ook altijd erg druk, een goed excuus om ons niet te verdiepen in de ander.
**9. Wat heb je daar geleerd, wat voor jou heel waardevol is? **
Door mijn ervaringen in Kenia kan ik goed relativeren. Mensen klagen veel, maar hebben vaak geen idee hoe goed ze het eigenlijk hebben. Ik laat me niet kisten door kleine problemen of tegenvallers. Hakuna matata! (Swahili voor ‘geen probleem!’) Verder heb ik ook geleerd bescheiden te zijn, iets wat Nederlanders over het algemeen vreemd is. Wij hebben altijd een mening en willen die graag laten horen! Ik ook hoor. Maar ik weet dat dit lang niet altijd door anderen (in het buitenland) op prijs gesteld wordt. Luisteren, dat is pas beleefd.
**10. Zou je het ooit nog eens doen? Zo ja, in Kenia of in een ander land? **
Zeker! Ik woon nu alweer enige jaren in Nederland, maar het blijft altijd kriebelen. Mijn kinderen zitten op de middelbare school, en daarom is het nu wel zo praktisch om nog even in Nederland te blijven wonen. Maar daarna? Wie zal het zeggen! Kenia of een ander land, ik sta open voor alles. Al heb ik nog altijd een heel warm gevoel bij Afrika.
http://media.wereldwijzer.nl/vast01/ww.0988.png
http://media.wereldwijzer.nl/vast01/ww.0985.png
11. Heb je tips voor anderen die ook van plan zijn om te gaan werken in Kenia?
Met de hoed in de hand… In Kenia wonen over het algemeen heel vriendelijke mensen en met een vriendelijke lach gaan de deuren voor je open. Stel niet meteen allerlei eisen, neem alles eerst rustig in je op en sta open voor alles. Geniet van het mooie en accepteer dat je soms je ambities moet bijstellen. Ik heb dat ook moeten doen, maar uiteindelijk heb ik er toch veel voor elkaar gekregen.
En natuurlijk heb ik nog een leestip! Het boek ‘De roep van de mapori’ is verkrijgbaar in de betere boekwinkels of via internet (o.a. bol.com). Vorige maand is de tweede druk uitgekomen. Ik heb inmiddels al heel veel positieve reacties gekregen, juist ook van mensen die in Kenia hebben gewoond of van plan zijn Afrika te bezoeken. Ik zal een klein stukje uit mijn boek citeren:
*Bij de afslag naar Machakos sla ik links af. Ineens zie ik op enkele tientallen meters voor me een politieman met een enorm geweer over zijn schouder zijn hand opsteken. Ik schrik en trap op de rem. Is dit stopsein echt voor mij bedoeld, of rijdt er een matatu achter me? Ik rijd vlak voor de agent de berm in en draai mijn raam wat verder open.
‘Goedemorgen,’ groet ik.
‘Goedemorgen mevrouw,’ antwoordt de agent beleefd.
Nieuwsgierig kijkt hij naar binnen. Wat wil hij? Is hij er ook zo een die iets gaat verzinnen om me te kunnen bekeuren? Dan heeft hij mooi de verkeerde getroffen. Alles is in orde en ik doe niet aan omkoperij. Maar deze agent blijkt heel andere bedoelingen te hebben: ‘Waar gaat u naartoe?’ vraagt hij.
‘Naar Machakos.’
‘Zou u ons een lift willen geven?’
Verbaasd kijk ik de agent aan. Een lift geven? Dit is wel het laatste wat ik had verwacht. Ineens zie ik in een bushokje achter de agent nog drie mannen zitten. Eén in uniform, ook met een geweer – het zal zijn collega zijn – en twee mannen in witte pakken.
‘Jullie alle vier?’
Ik kan het bijna niet geloven.
‘Ja, mevrouw. Wij moeten met deze twee gedetineerden naar de gevangenis in Machakos en we hebben geen vervoer, ziet u?’
Met open mond staar ik de agent aan. Meent hij dit echt? Of is dit een valstrik om me te beroven? Stel je voor dat die uniformen niet echt zijn, zoals het pak van die zogenaamde gemeentereiniger in Nairobi. Ik weet van verbazing even niet wat ik moet zeggen. Ik heb al veel meegemaakt in Kenia, maar deze rare vraag overtreft alles.
‘Eh…’ stamel ik. ‘Ik, eh… Ik heb mijn man beloofd nooit vreemde mensen mee te nemen.’
Iets beters komt niet in me op. Al heb ik niet de indruk dat dit een valstrik is – zo’n rare setting verzint de grootste oplichter nog niet –, toch besluit ik het zekere voor het onzekere te nemen.
De agent knikt. Ik geloof dat hij wel begrip heeft voor mijn weigering. ‘Oké mevrouw, dan wachten we wel op de volgende auto.’
Ik wens de agent succes en rijd verder. Na een paar seconden barst ik in lachen uit. Stel je voor, dat ik met deze vier mannen naar Machakos gereden was. Ik had de gezichten van mijn collega’s wel willen zien! Had ik ze nu toch maar meegenomen. *
De roep van de mapori, ISBN 978 90 8666 1930
Links bij dit interview:
.