Column: Omstreden privatisering van PEMEX
Plannen van president Felipe Calderón om het staatsoliebedrijf PEMEX te privatiseren, stuiten op grote tegenstand van de Mexicaanse bevolking. Sinds 1938 is het bedrijf de trots en glorie van het land. Ook al dreigt een bankroet, geen Mexicaan die van de oliegigant afwil.
Het Mexicaanse staatsolieconcern Petróleos Mexicanos (PEMEX) is veruit het grootste bedrijf dat het land kent. Het nationale vlaggenschip is echter in zwaar weer geraakt en vertoont gaten in de romp. Als er geen maatregelen worden genomen, is het gedoemd om te zinken. Dat is althans de boodschap die president Felipe Calderón aan het Mexicaanse volk duidelijk probeert te maken. Op hulp van een paar genezende handen lijkt niets tegen te zijn, ware het niet dat Calderón ervoor pleit dat deze handen uit de (buitenlandse) private sector moeten komen. En daar wringt de schoen. De meeste Mexicanen verstijven wanneer ze PEMEX en privatiseren in één zin horen. De geschiedenis van het staatsbedrijf is roerig. Er zijn tal van ongelukken en controverses geweest, waaronder corruptieschandalen en aanslagen op pijpleidingen. Toch is de Mexicaan trots op de oliegigant. In een industrietak waar enkele multinationals alles willen opslokken, behoudt PEMEX haar onafhankelijkheid en vertegenwoordigt zo de nationale souvereniteit. Volgens de grondwet uit 1917 zijn de natuurlijke reserves van nationale bodem het bezit van alle Mexicanen. Geen haar op het Mexicaanse hoofd die er dus aan denkt om de olie weer terug te geven aan het buitenland ( zie kader).
Levensbelang
Tijdens de zeventigjarige heerschappij van de PRI (Institutioneel Revolutionaire Partij) was er geen president die zijn vingers durfde te branden aan het overwegen van private inmenging in PEMEX. Toen in 2000 de PAN (Nationale Actiepartij) aan de macht kwam, was het Calderóns voorganger Vicente Fox die voor het eerst een proefballonnetje opliet over dit thema, maar dat liep snel leeg. Tijdens de campagnes voor de presidentsverkiezingen van 2006 repte de huidige president Felipe Calderón met geen woord over het thema. Nu lijkt hij echter vastbesloten om private injecties in het bedrijf toe te staan. Een winstgevende PEMEX is van levensbelang voor de Mexicaanse regering aangezien het overheidsbudget voor niet minder dan 40 procent afhankelijk is van de oliemaatschappij.
Volgens de directie van PEMEX zijn die private injecties hoognodig om het bedrijf beter te maken. Hun schets van de huidige situatie is niet bepaald rooskleurig te noemen. De productie neemt jaarlijks af, evenals de kwaliteit van de productie. De schuld loopt steeds verder op en de technologische achterstand wordt steeds groter. Zoals andere grote oliemaatschappijen ook al melden, is het tijdperk van gemakkelijke olie voorbij en is innovatie vereist om te kunnen blijven groeien. De directeur-generaal van het olieconcern, Jesús Reyes Heroles, meent dat een technologisch en financieel bankroet alleen kan worden verkomen als het bedrijf hulp krijgt vanuit de buitenlandse private sector.
Landverrader
In april van dit jaar presenteerde de Mexicaanse president aan het Congres een plan om de nationale energiewet te hervormen. De grondwet verbiedt immers buitenlandse inmenging in de energiesector. Hij wil hiermee PEMEX onafhankelijker maken en de deur openzetten voor samenwerking met private ondernemingen. Intussen probeert hij alle schijn van buitenlandse inmenging te vermijden door te beklemtonen dat de olie in Mexicaanse handen zal blijven en dat er van een uitverkoop geen sprake is. Om de bevolking ervan te overtuigen dat hervorming onvermijdelijk is, doet Calderón een beroep op de vaderlandsliefde van de Mexicanen. Tegen de hervorming zijn betekent tegen vooruitgang zijn en dat staat gelijk aan antipatriottisme. De regering maakt dankbaar gebruik van haar nauwe banden met de media. Reclameblokken zitten vol spotjes die verklaren dat hervorming nodig is om de nieuwe bodemschatten te kunnen ontginnen. Tijdens het nieuws en discussieprogramma´s zijn er praktisch alleen voorstanders van de private investigeringen aan het woord. Desondanks is er fors tegengeluid te horen tegen al deze hervormingsplannen. Vooral López Obrador betoont zich een ware luis in de pesl van de regering van Calderó. Na zijn dubieuze verlies bij de presidentiële verkiezingen van 2006, blijft AMLO, zoals hij in de volksmond heet, zich de ´legitieme´ president van het land noemen. Zijn oppositiepartij PRD blokkeerde al meerdere malen de toegang tot het parlement en sommige leden gingen in hongerstaking. López Obrador zelf wist weer enorme massa´s te mobiliseren om de straten in te nemen en te demonstreren tegen de plannen van ´landverrader´ Calderón.
Openbaar vervoer
Deze acties hebben ertoe geleid dat de regering enigzins heeft ingeschikt en heeft toegestemd in het opzetten van een nationaal debat over de toekomst van PEMEX. Zo presenteerde López Obrador in mei een alternatief plan aan de Senaat om het oliebedrijf te versterken zonder gebruik te maken van privaat kapitaal. Het debat is echter niet alleen een duel tussen de aartsrivalen Calderón en López Obrador, er is ook ruimte voor de academische sector.
Hierbij is een belangrijke plaats ingeruimd voor Nobelprijswinnaar Mario Molina, die bekend is om zijn baanbrekende onderzoekswerk in klimaatstudies. Hij is wellicht de meest gerespecteerde Mexicaanse academicus van het moment en naar zijn mening wordt geluisterd. Luis Arturo Rivas Tovar, collega en persoonlijke vriend van Mario Molina, is op het de meeste punten eens met de Nobelprijswinnaar. Hij is van mening dat een hervorming noodzakelijk en urgent is. Het regeringsvoorstel is volgens Rivas Tovar echter verre van perfect en ontbeert een visie voor de lange termijn: ¨Door jaren van slecht management en grote financiële druk van overheidswege, heeft PEMEX een injectie van privaat kapitaal nodig om verder te kunnen gaan. Vooral om te investeren in raffinageinstallaties, pijpleidingen en in de petrochemische tak. Nu wordt een grote hoeveelheid aan ruwe olie naar de Verenigde Staten gebracht, daar verwerkt en vervolgens weer geïmporteerd. Dat is ook een vorm van buitenlandse inmenging die mogelijk is gemaakt door ingewikkelde juridische constructies. Een dergelijke situatie is nu niet bepaald patriottistisch te noemen.¨
Hij beschuldigt de regering ervan misbruik te maken van het nationalisme:¨De regering stelt dat hervorming nodig is om een goede toekomst voor de Mexicaanse natie te garanderen, zo niet dan zou het land falliet gaan. Dit argument dient alleen om privileges aan buitenlandse bedrijven en slechte bedrijfsvoering te verbergen.¨ Ook vindt de voorstellen van de regering weinig duurzaam Hij pleit voor investeringen in de ontwikkeling van schone alternatieven om de afhankelijkheid van olie terug te dringen. “Er moet ook meer aandacht gaan naar het verbeteren van het openbaar vervoer, zodat mensen de auto vaker laten staan. Anders raakt de atmosfeer eerder op dan de olie¨, waarschuwt hij.
Referendum
Eind juli werd in Mexico-Stad de mening van de burgers gepeild via een klein referendum, opgezet door burgemeest Marcelo Ebrard (PRD). Een kleine negenhonderdduizend inwoners van de hoofdstad brachten hun stem: 85 procent stemde tegen gedeeltelijke privatisering van PEMEX en 83 procent was tegen een hervorming van de energiewet. De uislag liet zien dat de Mexicanen bijzonder wantrouwend staan tegenover buitenlandse inmenging in de olieindustrie. Men heeft gezien wat voor schade dit heeft berokkend aan de landbouwsector en vreest een soortgelijk effect voor de energiesector. Terwijl landen als Venezuela, Bolivia en Ecuador hun energiesector meer en meer onder controle van de overheid brengen, kiest Mexico voor de tegenovergestelde route. In een periode waarin het kapitalistische systeem scheuren begint te vertonen en zelfs de Verenigde Staten pleiten voor meer overheidscontrole in hun economie, lijkt Calderón gekozen te hebben voor een avontuur met een ongewis einde. Het is te hopen dat het nationale vlaggenschip daarin niet zal kapseizen.