Heeft iemand hier ervaring mee? Ik verwacht in oktober-november in Colombia te zijn. Ik zou dan mee willen op een (zeil)boot vanaf Cartagena naar Panamá of Costa Rica toe. Weet iemand, of er veel boten zijn, die deze route varen, ook in de regen-en hurricanetijd?
En wie heeft er in Colombia gevlogen? Bijv. Popayán-Bogotá-Cartagena-Panamá-city, of gedeeltes hiervan? Met wie, COPA of TAKA, wat zijn hiervan ongeveer de kosten? Alle tips zijn welkom.
Ik ben in 1998 van Panama naar Colombia gevaren, vrachtboot gecharterd (toen $ 50 USD) in de taxfree haven van Colon. Daar kom je binnen als je een bezoekerspasje aanvraagt. Was zo’n beetje het grootste, spannendste en gevaarlijkste deel van mijn 14 mnd. durende reis :-). De details zal ik besparen. Antwoord op je vraag: zeer kleine kans volgens mij; tenzij je in de chique jachthavens geschikte mensen tegenkomt.
Nou ga er maar voor zitten:
na het aanvragen van een bezoekerspasje wat boten in haven afgegaan. Eerst de grote; nul kans; ze verwezen me door naar de kleinere. Daar zat de eigenaar van de “santa lucia” , gouden kettingen en horloge, op de boot. Ze zouden om 03.00 afvaren en mocht voor $50 mee, 3 dagen varen en incl. eten. Ze zouden naar Cartagena gaan. De douane was er niet, boot vertrok, dus zonder stempel het land uit. We voeren langs de archipel ten noorden van Panama, langs stripverhaal-eilanden (zand + 1 palmboom) en ‘s nachts werd ergens aangemeerd. De bemannning sliep op de steiger, ik ergens in mijn hangmat. De kajuit was nl. groot genoeg voor 3 personen (staan) en verder was er niks. Die dag meteen de vissen gevoerd (zeeziek)… Zo ging dag 2 ook. Bij aankomst op het laatste eiland bleek er feest te zijn (= iedereen stomdronken). De ‘politie’ kwam controleren en naast 3 bemanningsleden die niet op het manifest stonden stond er ook met grote letters ’ no pasajeros’ en iedereen kon toch duidelijk zien dat ik een gringo was. Na schermutselingen op de steiger, het doorgeladen worden van geweren werden er tot slot 2 wasmachines afgeladen. Op een eiland zonder stroom en zonder stromend water. Waar de mensen met 7 kokosnoten 1 kilo rijst kwamen halen bij het enige winkeltje (waar de drank inmiddels dus op was). Waar een meisje van 12 met een blauw geschilderd gezicht antwoordde op mijn vraag waarom ’ ik ben geen meisje meer maar een vrouw’ ; was dus voor de 1e keer ongesteld geworden en dat moest iedereen (met name de mannen natuurlijk) weten. Op een eiland waar NIETS te doen was, alleen een volleybalnet; waar iedere avond driftig gespeeld werd en het niveau best wel hoog was eigenlijk.
Na 3 nachten daar (de kust bleek letterlijk ‘niet veilig’ ) uiteindelijk vertrokken met bestemming Colombia, we waren nog steeds in Panamese wateren. Tijdens de reis lag ik op de machinekamer, half in de olie- en dieseldampen, maar tenminste onder een zeiltje in de schaduw. Toen: motorpech. Mannen sleutelen, olieslangen los, vloeibare pakking erin, spoot er weer uit, etc. Toen het onderdeel (soort olie/waterkoppeling) resoluut aan de kant gegooid, met een machete werden wat houten pluggen geslagen en die werden er in gemept. Olieslangen, met druk, met houten pluggen, in een machinekamer… Ik had ooit een oliebrand meegemaakt en da’s niet fijn. Dus wat deed Lucje: pakte zijn dierbare en belangrijke spullen in een plastic zakje, in zijn daypack. En zocht naar kustlijn en iet aan boord om op te drijven. Stel dat deze schuit zinkt… Hoezo reddingsboot?? Enfin alles ging goed, de nacht viel, de mannen werden nerveuzer en rookten door.
Lichten uit, motor op halve kracht. Opeens doken van her en der grote sloepen op en gingen we de monding van een rivier op. Links en rechts 4 grote trailers. Alle handel aan boord -smokkelwaar dus; taxfree gekocht in Panama: servies, wasmachines, vrachtauto-banden, en god weet wat nog meer - bleek keurig gemarkeerd te zijn voor de diverse kopers en werd per sloep uitgesorteerd. Ikke ook maar meehelpen, beetje solidair met de mannen waar ik toen al 6 dagen mee optrok toch? Boot leeg, we varen verder naar een baaitje bij het dorpje Mo~nitos, om 6.30 komt de fles Ballantines 12 years old blue label op tafel en uit grote plastic bekers werd samen met de gringo op ’ de behouden vaart’ gedronken. Ik werd aan land gedropt en heb nog nooit zo genoten van een warm bad, koud biertje en een grote maaltijd. Nu is Colombia nogal streng qua douane, stempels en zo, dus toen ik een paar dagen later in Cartagena was moest ik mijn verhaaltje aan de dienstdoende man vertellen. Hoofdschuddend kreeg ik een stempel en hij zette er nog iets bij: Multa $… Boete dus. Daar kwam ik pas achter toen ik Colombia verliet en de douanier vroeg hoe veel ik had betaald. Betaald?? Nada !! Dus gematst door de colombiaanse douanier.
By the way: Colombia is een geweldig land om te reizen; echt aan te raden maar luister naar de tips van de lokale bevolking.
En jullie weten nu ook waar ik wel eens met weemoed aan terug denk als ik op de A2 in de file sta om naar mijn werk te rijden