Chantaburi, de provincie op 3 uur rijden ten (zuid)oosten van Bangkok staat op dit moment volop in de belangstelling. Dat heeft met name te maken met de vele fruitfestivals die daar aan het eind van de Thaise zomer worden gehouden. Het is een en al rambutan, mangosteen of longan wat nu de klok slaat. Het is een kwestie van een boomgaard binnen lopen en plukken wat je plukken kunt. Of ga naar een van de vele markten. Voor 6 kilo mangosteen betaalt u nu rond 2 euro, zo vers uit de achterbak van de bijbehorende boer.
In Chantaburi vinden we ook het dorpje Ban Samet Ngam. Daar vlechten de inwoners rieten matten die zelfs hun weg vinden naar het buitenland. Zij maken niet alleen slaapmatten, maar ook onderzetters, placemats, tassen en zelfs slippers. Het geheim? Het gebruikte riet groeit niet in zoet, maar in brak water. Dat zorgt voor een sterke structuur, eenmaal gevlochten bij elkaar gehouden door witte jute. De kennis van het vlechten van de matten (Sua Chanthaboon) is afkomstig van Vietnamese immigranten die zich hier 200 jaar geleden hebben gevestigd.
Sua Chantaboon staat bekend vanwege de sterke kleuren, zoals rood, zwart, blauw, groen en geel. In Ban Samet Ngam is nu zelfs een opleidingscentrum gevestigd om de knowhow van het matvlechten te verbeteren. Die matten zijn nu zo sterk dat de gebruiker ze herhaaldelijk kan wassen. Het vlechten is erg arbeidsintensief. Het kost 2 vrouwen een hele dag om een mat van 2 meter lang te vlechten.
*Bron: Thais Verkeersbureau / www.thaisverkeersbureau.nl *