Bron; nu.nl
Twee kopstukken Rode Khmer opgepakt
Uitgegeven: 12 november 2007 06:04
Laatst gewijzigd: 12 november 2007 06:18
PHNOM PENH - In Phnom Penh zijn maandag opnieuw twee voormalige kopstukken van de Rode Khmer (Khmer Rouge) opgepakt, Ieng Sary en zijn vrouw Ieng Thirith.
Dit heeft een woordvoerder van het door de VN gesteunde Cambodja-Tribunaal laten weten.
Ieng Sary was de minister van Buitenlandse Zaken, Ieng Thirith minister van Sociale Zaken van het maoïstische schrikbewind dat van 1975 tot 1979 aan zeker 1,7 miljoen Cambodjanen het leven heeft gekost.
Opzoeken
De Cambodjaanse politie en functionarissen van het Cambodja-Tribunaal kwamen de 78-jarige Ieng Sary en zijn vrouw maandag thuis in Phnom Penh opzoeken en arresteerden hen.
Martelcentrum
Het Cambodja-Tribunaal heeft eerder twee andere kopstukken van de Khmer Rouge in hechtenis genomen, “Broeder nr. 2” Nuon Chea en Duch, die leiding gaf aan een berucht martelcentrum. De opperste leider van de ultramaoïstische beweging, Pol Pot, overleed in 1998 in de jungle.
Ieng Sary is een in Frankrijk opgeleide communist. Als minister van Buitenlandse Zaken was hij het voor de wereld zichtbare gezicht van Cambodja toen dat land door de Khmer Rouge van de buitenwereld werd afgesloten.
Uitputting
Ieng Sary haalde veel hoog opgeleide Cambodjanen die het land waren ontvlucht over om terug te komen. Velen van hen werden vervolgens geëxecuteerd of stierven op de beruchte killing fields aan honger of uitputting.
Villa
Ieng Sary gaf zich in de jaren '90 over aan de nieuwe regering. Hij leefde comfortabel in een villa in de Cambodjaanse hoofdstad, samen met zijn vrouw. Hij wordt beschouwd als een rijke zakenman die nog meer onroerend goed bezit in Phnom Penh.
Het Cambodja-Tribunaal, officieel de Buitengewone Kamers in de Hoven van Cambodja (ECCC), werd na jarenlange onderhandelingen tussen de VN en Cambodja opgericht.
Het gaat om een Cambodjaans hof waar namens de VN buitenlandse magistraten aanschuiven, onder wie de Nederlandse rechter Katinka Lahuis. De eerste processen beginnen naar verwachting in 2008.
(c) ANP