Jordanië vraagt om hulp

De bevolking van Jordanië heeft door de opvang van honderdduizenden Syrische vluchtelingen zijn kookpunt bereikt.

Dat heeft de Jordaanse koning Abdullah dinsdag gezegd tegen de BBC. Volgens Abdullah trekt de instroom van Syrische vluchtelingen een zware wissel op de sociale voorzieningen in Jordanië.

''Vroeg of laat zal de dam barsten, denk ik", zei de vorst. Hij riep de internationale gemeenschap met meer hulp over de brug te komen. “Het is voor het eerst, dat we het niet meer aankunnen.”

In Jordanië heeft een procent van de Syrische vluchtelingen een werkvergunning. De koning is terughoudend in het verder openen van de arbeidsmarkt voor vluchtelingen, omdat hij ook de Jordaniërs perspectief wil bieden.

Volgens de koning zal Europa door de toestroom van miljoenen vluchtelingen naar het continent, de druk op Jordanië beter begrijpen.

De Verenigde Naties zeggen dat er ruim 7 miljard euro nodig is voor noodhulp aan mensen in Syrië en vluchtelingen in de omliggende landen. In 2015 werd echter maar 43 procent van de benodigde hulp gedoneerd.

Van de 4,6 miljoen Syrische vluchtelingen die de VN hebben geregistreerd zitten er zo’n 635.000 in Jordanië. Maar die cijfers vertellen volgens de Jordaanse regering niet het hele verhaal.

Naast de geregistreerde vluchtelingen zouden er nog een miljoen Syriërs in Jordanië verblijven. Daaronder zijn ook mensen die al voordat de Syrische burgeroorlog in 2011 uitbrak hun thuisland ontvluchtten.

Jordanië geeft 25 procent van het budget uit aan hulp voor vluchtelingen, zei Abdullah.