Bahasa Indonesia vs Nederlands

In de huidige taal van Indonesië, het Bahasa Indonesia, zijn, zijn, zoals te verwachten valt na 400 jaar koloniaal bestuur een groot aantal Nederlandse woorden te vinden. Maar dat het er meer dan 6000 zijn zaln menigeen verbazen. Het zijn voor een deel woorden die het Nederlands zelf weer heeft overgenomen uit andere talen zoals ‘buro’ en ‘polisie’. Van andere woorden is het al iets moeilijker om het verband met het Nederdlandse origineel te zien zoals bij ‘ateret’ (= achterruit’) en ‘kotrek’ (= kurkentrekker) en ‘trotoar’ (= troitoir). Vermakelijk zijn natuurlijk woorden als ‘kakus’ ( = kakhuis, plee) en ‘golpi’ (= gulp). Soms gebruikt het Nederlands het woord niet meer maar leeft het voort in Indonesië zoals ‘sopie’ (= sterke drank, van ‘koek en zoopie’).

Hieronder een aantal voorbeelden
apkir = afkeuren
asbak = asbak
bengkel = winkel
birra = bier
buncis = boontjes
buro = bureau
ember = emmer
handuk = handdoek
kakus = plee (kakhuis)
kelas = klas
listrik = electriciteit
risiko = risico
polisie = politie
trotoar = trottoir
arsip archief
bir bintang heineken-bier (bintang = ster) (in de koloniale tijd)
bolles jenever (Bols) (in de koloniale tijd)
dop hoed (in de koloniale tijd)
kakoes WC (in de koloniale tijd was het een net woord, maar wel afgeleid van kakhuis)
advis advies
agen agent, vertegenwoordiger
agenda agenda
dorong duwen, (als bordje op deuren, dringen of drang dus eigenlijk)
ekspor export
elastik elastiek
impor import
kamar kamer
kiper doelverdediger,
kantor kantoon
kontrol controle, toezicht
koemis snor, maar ook politieman (!) (in de koloniale tijd)
mesin machine, motor
mebel meubel
otobis autobus, (oto en bis zijn apart ook goede Indonesische woorden)
Perancis Frans(man)
pospaket postpakket
poswesel postwissel
spanduk spandoek
tarik trekken, vaak als bordje op deuren
telepon telefoon
universitas universiteit
Amok blinde woede
Baai-baai heel erg, zeer veel. (afgeleid van het Maleise ‘banyak’) Ook in het Het Zuid-Afrikaanse betekent ‘baaie’ heel veel.
Baboe vrouw, die voor de kinderen zorgt, ook: dienstmeid (afgeleid van m’bah iboe = v rouw die moeder is) Bami dunne slierten Chinese spagetti
Bandjir overstroming
Batikken inlandse manier om kleurpatronen op stoffen aan te brengen door afdekking met was
Bersiap wees paraat of waakzaam. (Eerste periode van de Indonesische Revolutie)
Branie dapper, moedig (berani in het maleis)
Dessa inlands dorp (desa)
Kali rivier
Kampong dorp, inheemse stadswijk.’
Karbouw waterbuffel
Kassian medelijden
Ketjap sojasaus
Klamboe muskietengaas
Klapper(melk) klapa = kokospalm of kokosnoot
Kongsi verbond of handelmaatschappij (uit het Chinees)
Nasi gekookte rijst
Negorij obscure plek (negeri = (buiten)gebied).
Orang Oetan orang = mens Oetan (hutan)= bos
Piekeren (Pikir = denken)
Pisang banaan
Slendang draagdoek voor babies
Soesah moeilijkheden, verdriet
Tempo doeloe vroeger. Voor Nederlanders en Indo’s: ‘de goede oude tijd’
Toko winkel (bijna altijd een Chinese winkel, een warong is een kampong-winkel)