Een bezoek aan Salvador is een kans om terug te gaan in de tijd, om door een mooi bewaard gebleven stad uit de 16e en 17e eeuw te wandelen. Het is een kans om de nauwe band van Brazilië met Afrika te ervaren en om dit verband in het voedsel te proeven, het in de muziek te horen, het in de gezichten van de mensen te zien.
Al deze elementen - architectuur, eten en muziek - vermengen zich in Pelourinho, het gerestaureerde koloniale hart van de stad Salvador.
Buiten Salvador, een reis naar Bahia is een kans om twee van de grootste niet exporteerbare producten van Brazilië in gedachten te houden nl. zand en zon.
De stranden van Bahia zijn enkele van de meest gevarieerde en mooiste stranden van Brazilië. Ze komen gezegend met zon, door een warme zuidelijke oceaan omheind met een relaxte geest die uniek is voor Bahian.
De Italiaanse navigator Amerigo Vespucci - degene die later zijn naam gaf aan een paar continenten - was de eerste Europeaan die de Baía de Todos os Santos, de prachtige baai waarlangs Salvador nu staat, ontdekte op 1 november 1501 (in dienst getreden van de koning van Portugal).
In 1549 was de nieuwe kolonie van Salvador zo belangrijk dat de Portugese koning een koninklijke gouverneur en een klein leger had om hem tegen de Fransen en Nederlanders te beschermen.
De rijkdom van de nieuwe kolonie was niet in zilver of goud, maar bijna net zo lucratief: suiker.
In het noordoosten floreerde suikerriet. Toen de plantages groeiden, zagen de Portugese plantenbakken zich uitgehongerd voor arbeid, en zo dompelden ze als eerste in de slavenhandel. Halverwege de 19e eeuw waren bijna vijf miljoen slaven uit Afrika naar Brazilië overgebracht.
De rijkdom die deze handel oplevert is duidelijk zichtbaar in de grote herenhuizen en gouden kerken in Pelourinho. De erfenis van de slavenhandel komt ook tot uiting in de bevolking. Het moderne Salvador is een stad van vier miljoen, en ongeveer 80% van de bevolking is van Afro-Braziliaanse afkomst.
Dit erfgoed heeft een enorme invloed gehad op Salvador’s cultuur, eten, religie en vooral de muziek. Zelfs in een land als Brazilië valt Bahia op.
Een nieuwe term is bedacht om Bahia’s Afro-Braziliaanse mengeling van vrolijke dansmuziek te beschrijven: axé, van het Yorubá woord voor energie.
In de afgelopen 2 decennia hebben groepen als Olodum en Timbalada complexe Afrikaanse drumritmes vermengd met reggae-melodieën, terwijl ze de mix een sociaal activisme hebben toegevoegd.
Capoeira, een balletachtige mix van krijgskunsten en dans, is nu op bijna elke Salvador straathoek te zien.
De Afrikaanse religieuze praktijk van **Candomblé **komt ook voort uit generaties in de schaduw.
De afgelopen 20 jaar heeft Salvador’s wijk Pelourinho de opstanding gezien.
Pelourinho - het 16de-eeuwse hart van wat ooit de rijkste stad aan de Atlantische kust was - is tot in de jaren’ 80 verlaten en is met grote moeite teruggebracht naar zijn oude glorie.
En dan is er nog Carnaval. Meer dan een miljoen mensen komen nu naar buiten om te dansen en zich een weg te banen door de straten van de stad. Salvador kan binnenkort opnieuw beweren dat hij het grootste straatfeest ter wereld zal houden.
Wil je Salvador terplaatse in het nederlands ontdekken dan kan je even kijken op deze pagina :
Salvador, 500 jaar cultuur in 1 dag.
Tropische groet
#IvanBahiaGuide