Directeur Radek Lewkowski van de Caribbean Medical University (CMU) vindt het verhaal over de dodenlijst waarover Onderwijs-minister Omayra Leeflang (PAR) onlangs repte en in verband bracht met de onderwijsinstelling, onvoorstelbaar. “Ik kan dit niet geloven.”
“Hopelijk is ze meteen naar het Openbaar Ministerie gestapt en wordt dit uitgezocht”, zegt Lewkowski. “De vraag is of ze dit doet. Want ze beschuldigt wel vaker zonder enig bewijs”, refereert hij aan het vervalsen van een overheidsdocument, waarbij de bewindsvrouw ook vermoedens richting CMU uitte. In dat geval was overigens van aangifte geeneens sprake, hoewel Leeflang dat wel had aangekondigd te zullen doen.
Naar aanleiding van een column van Hans Vaders in deze krant over dit onderwerp reageert juridisch adviseur van de minister Hans Bicker. “Of de dodenlijst echt bestaat weten we niet. Dat heeft niemand ook beweerd.” Vreemd genoeg voegt de ambtenaar daaraan toe dat een decaan van CMU zou zijn mishandeld en bedreigd. Deze decaan heeft het verhaal van de dodenlijst verteld aan een collega-ambtenaar van Bicker, stelt deze.
Hoewel CMU vorige maand het kort geding verloor waarmee de universiteit ‘erkenning’ wilde afdwingen zodat deze geplaatst zou worden op het officiële Imed-register, ziet Lewkowski de zaak niet als verloren. “Twee dagen voor de rechtszaak stuurt de minister een brief aan registratie-organisatie Faimer met de verklaring dat alle medische universiteiten, inclusief CMU, dezelfde voorwaarden en verklaringen krijgen. En dat geen van deze door het departement van Onderwijs erkenning geniet. Ik kan dus zeggen dat ze alle medische universiteiten van de Antillen op een ‘dodenlijst’ plaatst. Ze lopen alle het risico hun Imed-registratie kwijt te raken.”
De ambtenaar zegt zich te verbazen over de vasthoudendheid van CMU waar het gaat om de erkenningskwestie. Bekend is evenwel dat zonder registratie op Imed diploma’s van medische universiteiten, zoals er enige tientallen in het Caribisch gebied zijn, niet worden erkend en studenten er dus niets aan hebben. Bicker herhaalt nog eens wat de advocaat van de minister in de rechtszaal zei: “Voor inschrijving in het Amerikaanse systeem moeten ze bij Faimer in de Verenigde Staten zijn.”
Behalve een bevestigende verklaring van vestiging meent CMU ook een extra bevestiging van de minister aan Faimer nodig te hebben. “Wij zullen niet zo laag gaan als de minister”, vervolgt Lewkowski. “Laten we het eindvonnis in hoger beroep afwachten. Daarbij zullen we wel aandacht vragen voor alle onterechte beschuldigingen.”
Uit het schrijven van adviseur Bicker blijkt nog eens dat het departement twijfelt aan de oprechtheid van CMU als medische universiteit. “Dat het een winstgevende zaak is mag duidelijk zijn. Wellicht spelen andere belangen een rol. Men denkt aan drugssmokkel en mensenhandel.”
Bron: Niet Gevonden