Op de Nederlandse Antillen en Aruba is fel gereageerd op de wens van de Tweede Kamer om het homohuwelijk ook op de eilanden mogelijk te maken. Volgens Jopie Abraham, politiek leider van Bonaire, gaat het om „pure provocatie”.
In de motie, die dinsdag door een meerderheid van de Tweede Kamer werd aangenomen, wordt de Nederlandse regering gevraagd voltrekking van het homohuwelijk te bevorderen op Aruba en de toekomstige landen Curaçao en Sint-Maarten.
BES-eilanden
De Kamer vraagt tevens wanneer het burgerlijk huwelijk voor personen van hetzelfde geslacht wordt opengesteld op Bonaire, Saba en Sint-Eustatius. Deze zogenoemde BES-eilanden worden na de opheffing van het Antilliaanse staatsverband, per oktober 2010, opgenomen in het Nederlandse staatsbestel.
Het homohuwelijk ligt zeer gevoelig op de christelijke Antillen. Abraham, partijleider van de regerende partij ADB en tegenstander van integratie van Bonaire in Nederland, ziet de motie als Nederlandse machtspolitiek. Volgens Abraham valt het homohuwelijk niet onder mensenrechtenverdragen, maar onder het burgerlijk recht. Zolang Bonaire geen Nederlands grondgebied is, heeft Nederland daar geen zeggenschap over.
Munitie
De motie, ingediend door Ineke van Gent (GroenLinks) en Johan Remkes (VVD), geldt als munitie voor politieke campagnes voor de Antilliaanse parlementsverkiezingen van 22 januari 2010. Abraham: „Deze motie speelt de anti-integratiesentimenten in de hand. Dus Ineke van Gent, bedankt.”
Op Curaçao zien oppositiepartijen de motie als een volgende stap in Nederlandse heerschappij over de eilanden. Maar ook de Antilliaanse minister Omayra Leeflang (Volksgezondheid) reageert afwijzend. Leeflang blokkeerde al eerder deelname van een partner in de verzekering van een ambtenaar, omdat de partner van hetzelfde geslacht was.