Socialisten verliezen zwaar in Spanje

Socialisten verliezen zwaar in Spanje

In Spanje zijn de socialisten van premier José Luis Rodríguez Zapatero zwaar afgestraft bij de gemeenteraads- en regionale verkiezingen van zondag. De PSOE haalt haar slechtste resultaat ooit. De conservatieve oppositiepartij Partido Popular (PP) en nationalistische partijen zoals CiU en Bildu profiteren van het zware verlies van de PSOE.

http://static.tijd.be/i/01/0f/46.slider_full.jpeg?ts=1306063235000

Demonstranten in Madrid eisen sociale en politieke hervormingen. © EPA

http://static.tijd.be/i/01/0f/47.slider_full.jpeg?ts=1306063236000

Ook in Bilbao wordt gedemonstreerd tegen de huidige situatie waarin Spanje zich bevindt. © EPA

http://static.tijd.be/i/01/0f/48.slider_full.jpeg?ts=1306063236000

De socialistische partij van premier Jose Luis Rodriguez Zapatero riskeert een zware verkiezingsafstraffing. © Reuters

http://static.tijd.be/i/01/0f/49.slider_full.jpeg?ts=1306063237000

Kiezers nemen een enveloppe om hun stem te kunnen uitbrengen voor de regionale en lokale verkiezingen in Spanje. © Reuters

De socialistische partij van premier Jose Luis Rodriguez Zapatero riskeert een zware verkiezingsafstraffing. © Reuters

‘Dit wordt geen goede avond voor onze partij’, zei Elena Valenciano, de woordvoerster van de socialistische partij, al kort na het sluiten van de stembureaus.
De resultaten van de gemeenteraadsverkiezingen bevestigen dat voorgevoel. Na telling van zowat 98 procent van de stemmen blijkt dat de partij van premier José Luis Rodríguez Zapatero het slechtste resultaat haalt sinds de terugkeer naar de democratie in 1978.
Dat moest ook Alfredo Pérez Rubalcaba, de Spaanse minister van Binnenlandse Zaken, erkennen zondagavond. ‘We moeten de PP feliciteren omdat die partij de Spaanse gemeenteraadsverkiezingen met een grote marge gewonnen heeft’, zei de vicepremier die getipt wordt als de socialistische lijsttrekker bij de parlementsverkiezingen volgend jaar.
Rubalcaba kondigde aan dat zijn partij, de PSOE, zowat 27 procent van de stemmen in de wacht gesleept had bij de gemeenteraadsverkiezingen. In 2007 was dat nog 35 procent.
De PP kreeg ruim 37 procent van de kiezers achter zich.
Gemeenteraden

Bij de gemeenteraadsverkiezingen sleepte de PP, na telling van 98 procent van de stemmen, ruim 8,3 miljoen stemmen in de wacht. De socialisten moeten het stellen met een kleine 6,1 miljoen kiezers.
Nooit was het verschil tussen de twee traditionele partijen bij gemeenteraadsverkiezingen zo groot. Tot zondag gaven de PP en de PSOE elkaar nooit veel toe bij de lokale verkiezingen. In 2007 bedroeg het verschil 0,7 procentpunt.
De grootste kloof wisten de conservatieven onder leiding van José María Aznar te slaan in 1995. Toen gaven ze bij de gemeenteraadsverkiezingen de socialisten het nakijken met 4,45 procentpunt.
Zware klap

Vooral in Catalonië incasseerden de socialisten volgens de exit-polls een zware klap. Na 32 jaar verliezen ze de macht in het gemeentebestuur in de tweede stad van het land.
Volgens een peiling van Ipsos wordt de nationalistische Convergencia i Unio (CiU) de grootste partij in het Barcelonese gemeentebestuur. De partij zou tussen 14 en 16 van de 41 zetels halen, tegenover 12 zitjes in 2007. Voor een volstrekte meerderheid waren 21 zitjes nodig.
Barcelona

De socialistische partij zou in Barcelona blijven steken op 10 tot 12 zetels (tegenover 14 in het vorige gemeentebestuur). De Partido Popular zou 7 of 8 zetels in de wacht slepen (tegenover 7 in 2007).
In Madrid en Valencia zou de PP erg goed scoren. Bij de regionale verkiezingen in Madrid sleepte de conservatieve partij de volstrekte meerderheid in de wacht (72 tot 74 zetels). De socialisten zouden het met 33 tot 36 zitjes moeten stellen.
Ook in de gemeenteraad van Madrid, de grootste stad van het land, is de PP de volgende jaren de grootste partij en is de partij zeker van een volstrekte meerderheid.
In het regionale bestuur in Valencia hebben de conservatieven van de PP de volgende jaren ook een volstrekte meerderheid volgens de exit-polls (56 tot 59 zetels). De socialisten zouden blijven steken op 29 tot 32 zetels, tegenover 38 in 2007.
De PP sleepte ook bij de gemeenteraadsverkiezingen in Valencia, de derde stad van Spanje, de volstrekte meerderheid in de wacht. De socialisten strandden op de tweede plek.
In het gemeentebestuur van Sevilla is de PP de volgende jaren ook de grootste partij, voor de socialisten. Ook in de vierde stad van Spanje halen de conservatieven een volstrekte meerderheid. De voorbije 12 jaar was de stad in handen van de socialisten.
‘Dit is een grote zege. Wij staan voor verandering. Deze zege luidt een nieuwe politieke etappe in Spanje in’, klonk het zondagavond bij de PP.
Baskenland

Een grote verrassing viel in Baskenland op te tekenen. Bildu, dat beschouwd wordt als de politieke arm van de Baskische afscheidingsbeweging ETA, scoorde er erg goed.
Na telling van 93 procent van de stemmen van de gemeenteraadsverkiezingen strandde de radicaal-Baskische partij op een tweede plek met ruim 25 procent van de stemmen. De gematigde Basken van de PNV blijven de grootste partij in Baskenland.
In de provincie Guipúzcoa was Bildu zondagavond goed op weg de grootste partij te worden; in de provincie Vizcaya zou ze de tweede partij worden en in de provincie Álava strandt ze waarschijnlijk op de derde plek.
In het gemeentebestuur van San Sebastián zou Bildu, dat pas enkele weken geleden toestemming kreeg van het Spaanse Hooggerechtshof om aan de lokale en regionale verkiezingen deel te nemen, met de socialisten strijden om de titel van grootste partij. Als Bildu aan het langste eind trekt, zouden de socialisten voor het eerst in twee decennia in die stad niet de burgemeester leveren.
In een andere Baskische stad, Bilbao, blijft de gematigde Baskische PNV de grootste partij, voor de Partido Popular, Bildu en de socialisten.
In Lizaza, een dorpje in de Baskische provincie Guipúzcoa, veegde Bildu de andere partijen gewoon van de kaart. De radicale Basken bezetten de volgende jaren alle zetels in het gemeentebestuur.
Opkomst

Op het Spaanse vasteland gingen om 20 uur de stembureaus dicht. Op de Canarische eilanden hadden de kiezers tot 21 uur om hun stem uit te brengen voor nieuwe gemeenteraden en regionale besturen. Twee uur voor de sluiting van de stembureaus lag de opkomst een procentpunt hoger dan in 2007. Uiteindelijk bleek de opkomst bij de gemeenteraadsverkiezingen net geen 66 procent te bedragen. Daarmee lag de opkomst wat lager dan in 2007.
Zowat 35 miljoen Spanjaarden in 8.116 gemeentes en 13 autonome regio’s konden de hele dag nieuwe lokale en regionale besturen kiezen. Naar de opkomst werd enorm uitgekeken.
Heel wat politieke partijen hadden er rekening mee gehouden dat heel wat Spanjaarden zich niet de moeite zouden getroosten om naar de stembureaus te trekken, zeker nadat een enorme protestgolf zich sinds vorige week zondag over het land verspreid had.
De protestbeweging, de Movimiento 15-M (de Beweging van 15 mei, genoemd naar de dag waarop de protesten begonnen), had de bevolking de voorbije dagen immers opgeroepen de verkiezingen massaal te boycotten.
Zapatero

Op die manier wilden ze protesteren tegen sociale onrechtvaardigheid, de besparings- en hervormingsmaatregelen van de regering van de socialistische premier José Luis Rodríguez Zapatero, de hoge werkloosheid en de corruptie in de politieke wereld. Ze eisten bovendien ‘echte democratie’.
Welke partijen het er het best van afbrachten tijdens de gemeenteraads- en regionale verkiezingen is nog niet bekend. Exit-polls komen er pas rond 21 uur nadat ook op de Canarische eilanden de stembureaus de deuren gesloten hebben.
Alle peilingen voorspelden de voorbije weken een zware nederlaag voor de PSOE, de partij van premier Zapatero. De conservatieve oppositiepartij Partido Popular (PP) zou van de impopulariteit van de regering-Zapatero profiteren en een ware rechtse golf over het land doen spoelen.
Gespannen

De verkiezingen vonden plaats in een gespannen sfeer. Ook op verkiezingsdag demonstreerden tienduizenden mensen in tientallen steden tegen de bezuinigingen en de economische crisis.
De betogingen gingen door, ondanks een verbod op betogingen vanaf 24 uur voor het opengaan van de stembussen. Vooral in grote steden als Madrid, Barcelona, Sevilla, Valencia en Bilbao hebben demonstranten een aantal grote pleinen bezet. Alleen al in Madrid verzamelden zich ongeveer 30.000 mensen op het Puerta del Sol-plein.
De demonstranten beslisten inmiddels hun protestactie nog zeker een week voort te zetten. Sommigen pleitten er zelfs al voor de actie vol te houden tot aan de parlementsverkiezingen in maart volgend jaar.
Brussel

De Spaanse protestacties sloegen inmiddels ook over naar andere Europese landen. In Brussel verzamelen zich sinds vrijdag honderden Spanjaarden voor een protestmanifestatie.