“Het Koninkrijk wil – waar mogelijk in overleg met EU-partners als Frankrijk, Spanje en het Verenigd Koninkrijk, die eveneens bijzondere banden met de Cariben hebben – actief het beleid van de EU met betrekking tot de Cariben mee blijven bepalen.”
Het belang van de Europese Unie (EU) in de Cariben is groot: de EU is de tweede economische partner en de grootste donor voor de Cariben, zo stelt het Koninkrijk in de uiteenzetting van zijn buitenlands beleid.
“Het EPA en de opeenvolgende LGO-besluiten zijn belangrijke voorbeelden van het belang van de EU en het Koninkrijk in de Cariben”, stelt de beleidsnotitie. “Nederland draagt actief bij aan de formulering, beoordeling en goedkeuring van Commissie-voorstellen die betrekking hebben op de Caribische regio. Voorbeelden hiervan zijn de inzet van EOF-fondsen voor Haïti en het agenderen van ‘gevoelige’ onderwerpen als mensenrechten binnen de politieke dialogen. Ten aanzien van de EPA-onderhandelingen heeft Nederland erop aangedrongen dat het EPA zo ontwikkelingsvriendelijk mogelijk moet zijn.”
Daarnaast zet de EU in het kader van het strategisch partnerschap met de LAC-regio in op versterking van de politieke, economische en culturele banden met de LAC-landen. De relatie van de EU met de Cariben is vormgegeven in het verdrag van Cotonou. Op basis van het verdrag ontvangen deze landen steun uit het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF). De handelsbetrekkingen tussen de EU en de Cariben zijn sinds kort vastgelegd in het Economic Partnership Agreement (EPA), dat op 15 oktober 2008 door de lidstaten van de EU en het Caribische regionale
verband CARIFORUM (CARICOM en de Dominicaanse Republiek) werd ondertekend, met uitzondering van Haïti.
LGO
Voor de Nederlandse Antillen en Aruba is het LGO-besluit (Landen en Gebieden Overzee) bepalend voor de relatie met de EU. “De voorziene wijziging van de status van Bonaire, Saba en St. Eustatius zal voor deze eilanden hierin geen verandering brengen.”
De EU heeft de aandacht voor klimaat-, milieu- en ecologische vraagstukken prominent op de agenda staan, en is bereid om op deze terreinen met de Cariben samen te werken.
Bij de politieke dialoog tussen de EU en de Caribische landen is de aandacht vooral gericht op regionale integratie, democratie, mensenrechten, sociale cohesie, veiligheid, conflictpreventie, transparantie op het gebied van belastingen en bestrijding van drugssmokkel.
Overleg tussen de EU en de Caribische regio vindt meestal plaats in de marge van de tweejaarlijkse top tussen de EU en de Latijns- Amerikaanse landen (EU-LAC top) en ook in het jaarlijks LGO- Forum. De regionale integratie en de relatie tussen de Cariben en de Europese Landen en Gebieden Overzee (LGO) zijn onderwerpen die de EU met de regio als geheel bespreekt.
“De EU draagt wezenlijk bij aan de economische integratie in de regio en aan het totstandkomen van de Caribische gemeenschappelijke markt door enerzijds het Economic Partnership Agreement (EPA), dat in 2008 werd gesloten, en anderzijds activiteiten en projecten die erop gericht zijn de integratie in de Cariben technisch te steunen.”
Het EPA tussen de EU en de Caribische staten die zijn verenigd in CARIFORUM was noodzakelijk vanwege het aflopen van de in de WTO aangevochten handelspreferenties voor de ACP-landen op 31 december 2007, aldus de notitie. “Het is het eerste volledige EPA met een ACP-regio, waarin naast afspraken over handel in goederen ook afspraken zijn vastgelegd over onder andere handel in diensten en over de zogeheten Singapore-issues (investeringen, mededinging, aanbestedingen en handelsfacilitatie).” De afspraken over markttoegang zijn asymmetrisch. De Caribische landen krijgen direct vrije markttoegang tot de Europese markt, met overgangsperiodes voor rijst en suiker. CARIFORUM zal over een periode van 25 jaar uiteindelijk 86,9 procent van zijn markt openen voor Europese export. Het EPA is inmiddels ondertekend door alle partijen met uitzondering van Haïti.
In WTO-kader lopen de onderhandelingen tussen de EU en de producenten van zogenoemde dollarbananen (Ecuador, Colombia, Costa Rica, Panama, Honduras). De uitkomst van deze onderhandelingen zal een tariff only systeem moeten zijn, waardoor ook niet-ACP bananen quotumvrij (zij het tegen een tarief) op de EU-markt zullen komen. De Europese Commissie hoopt op afzienbare termijn een akkoord te kunnen sluiten met de producenten van dollarbananen.
Inmiddels heeft de Europese Commissie aan de Lidstaten voorstellen gedaan voor ondersteunende maatregelen voor ACP bananenproducenten om de nadelige effecten die zij zullen ondervinden van de verbeterde markttoegang van dollarbananen gedurende de periode 2010–2013 deels te ondervangen.
Ontwikkelingssamenwerking
Ontwikkelingssamenwerking met de Cariben door de EU vindt plaats vanuit het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF). In de regionale programmering van het EOF is voor de Cariben in de periode 2008–2013 in totaal 165 miljoen euro beschikbaar. Voor nationale programma’s van Caribische
landen is in de periode 2008–2013 een bedrag van in totaal 737 miljoen euro beschikbaar. Daarmee is de Europese Commissie de grootste donor in de regio.
Brugfunctie
“Het Koninkrijk zal door het (geassocieerde) lidmaatschap en waarnemerschap van de diverse regionale en internationale organisaties een bijdrage leveren aan integratie op basis van functionele samenwerking. Binnen organisaties als ECLAC vervullen de Caribische delen van het Koninkrijk een brugfunctie tussen bijvoorbeeld Engelssprekende Caribische eilanden en de Latijns-Amerikaanse landen en tussen deze landen en Europa. Het Koninkrijk en de afzonderlijke autonome landen zullen inspelen op de mede door de EU gesteunde ontwikkelingen in CARICOM die de totstandkoming van een gemeenschappelijke markt bevorderen. Daarnaast vervullen de ambassades van het Koninkrijk en de beroepsconsulaten in de Caribische regio – met name de ambassades in Caracas, Bogotá, Santo Domingo en Port of Spain, het consulaat-generaal in Miami en het consulaat in Panama – een belangrijke rol bij het bevorderen van de handel en investeringen van bedrijven gevestigd in de Caribische delen van het Koninkrijk.”
Bron Niet Gevonden