Zelfmoordenaars gaan niet naar de hemel
**Indonesische moslimleiders strijden tegen terreur
door Step Vaessen
RNW
**
Moslimgeestelijken in Indonesië gaan terrorisme bevechten langs de ideologische weg. Een ‘Team ter Voorkoming van Terrorisme’ dat onlangs is opgericht, reist door het land om de werkelijke betekenis uit te leggen van jihad, een heilige oorlog. De boodschap is dat mensen die zichzelf en anderen opblazen, niet sterven als heiligen en niet in de hemel komen.
Het team werd opgericht nadat moslimgeestelijken een videoboodschap hadden gezien van de drie jongens die zichzelf hadden opgeblazen tijdens de laatste aanslag op Bali. De vertoning van de video vond plaats op initiatief van vice-president Jusuf Kalla. De jonge mannen verklaarden hun acties aan de hand van citaten uit de Koran. Pas toen drong het besef door bij de moslimgeestelijken dat terrorisme toch iets met het geloof te maken had en niet alleen een probleem was dat de politie moest oplossen. Het werd tijd voor een opfriscursus van de Koran.
**Jihad
De conservatieve moslimgeestelijke Ma’aruf Amin van het hoogste moslimorgaan (MUI) in Indonesië leidt het team. Afgelopen weekeinde bracht hij een bezoek aan de meest beruchte islamitische kostschool van Indonesië, Ngruki in Solo, Midden Java. Daar vertelde hij de toehoorders dat er op theologische gronden geen reden is voor jihad in Indonesië. “Wij geestelijken hebben al lange tijd geleden vastgesteld dat er in Indonesië geen reden is voor jihad omdat hier geen oorlogssituatie is. Wij belijden ons geloof in vrede.” Zijn toespraak stuitte op nogal wat verzet onder de toehoorders. “Als u de aanslagplegers in Indonesië terroristen noemt terwijl ze maar een klein deel van Bali kapot hebben gemaakt, hoe noemt u dan George Bush die een groot deel van Bagdad heeft verwoest?”, gaf een man de stemming weer. Toch vonden ook de meest radicale moslims in Solo dat er geen grond is voor aanslagen in Indonesië.
**Doorbraak
Een jaar na de aanslag op Bali in 2002, kwam het hoogste moslimorgaan, MUI, met een fatwa (religieus vonnis) over terrorisme. Maar het duurde nog twee jaar en drie grote aanslagen, voordat de geestelijken in actie kwamen. Volgens terreurexpert Sidney Jones wilde de geestelijken niet onder ogen zien dat terrorisme en vooral de jihad-gedachte diepe wortels heeft in de islam. “Het is een doorbraak dat ze dit nu wel inzien”, zegt Jones, “maar ze moeten wel hun huiswerk goed doen en weten welke boodschap ze precies willen overbrengen en aan wie.” Zo vindt het team het wel gerechtvaardigd om Amerikanen aan te vallen in Irak omdat daar wel een heilige oorlog wordt gevochten.
Samudra
De geestelijken strijden vooral tegen de invloed van Imam Samudra, een van de daders van de aanslag op Bali. In zijn boek ‘Ik strijd tegen terroristen’ dat hij schreef in zijn cel citeert hij volop uit de Koran om de aanslag te rechtvaardigen. Vooral vers Al-Baqarah 191, waarin staat ongelovigen gedood moeten worden waar ze ook zijn, komt veelvuldig voor. Maar volgens Ma’aruf Amin heeft Samudra het volledig bij het verkeerde eind. “Dit vers gaat alleen op in een oorlogssituatie”, zegt hij. Om de bestseller van Samudra te weerleggen, komt ‘Het Team ter Voorkoming van Terrorisme’ binnenkort met een eigen publicatie. Ook zijn er plannen voor spotjes op televisie die het terroristische gedachtegoed moeten bestrijden.