Blogpost: Het is me een avontuur

Het is me een avontuur
Blog 4

Het is alweer 3 maanden geleden dat ik een blog heb geschreven, dus ik heb heel wat verhalen in te halen.
Om te beginnen moet ik teruggaan naar 2 juni, de dag dat ik heb gesnorkeld met Tiana en Mandy in The Great Barrier Reef, een van de 7 wereld wonderen. Dat kon ik me wel voorstellen ja, het was geweldig! Ik mocht helaas niet duiken vanwege mijn longen, maar dat mocht de pret niet drukken.
Er waren hier ongelofelijk veel vissen, vooral tropische natuurlijk (regenboog, Nemo), en veel koraal. Jammer genoeg was dit wel dood koraal, zonder al te veel kleuren. Voor levend koraal zaten we blijkbaar niet op de goede plek. We hadden kans dat we haaien zouden zien, maar die kwamen niet te voorschijn. Wel enorme grote zeeschildpadden. Bang waren ze niet, ik heb ernaast en erboven gezwommen en kon ze aanraken. Op het filmpje is dit helaas niet te zien, alleen dat ik van ver af meezwom. Ik was zo stom om geen GoPro te huren natuurlijk, stommerik! Dus veel foto’s heb ik niet, alleen een paar van mezelf met de GoPro van Mandy en Tiana. Maar geen foto’s van prachtige enorme vissen of de schildpadden. Weer wat geleerd hmm, goede voorbereiding scheelt de helft. Verder heb ik ook boven hele scholen vissen gezwommen, en gesnorkeld boven een stuk koraalrif dat stijl afliep. Er waren honderden vissen. Het was net een film, een vissendorpje, of de Efteling, sprookjesachtig, ook al zijn daar geen vissen. Maar dat was de gedachte die bij me op kwam haha. Prachtig!
We zijn ook naar een zandeilandje geweest. Wit zand midden in de zee.

Voor de volgende dag had ik een vliegticket geboekt naar Sydney, om van daaruit de trein en bus te zoeken naar Broken Hill en dan naar Tibooburra, waar ik in the outback gewerkt heb in de roadhouse, motel and caravanpark, TJ’s and Granites.
De reis naar Broken Hill duurde 17 uur, het was een lange reis, blugh. De treinreis was prachtig trouwens.
Daar kwam ik om half 1 's nachts aan, moest ik lopen met mijn zware backpack en dagrugzak naar het hotel dat ik had geboekt, in een vreemde stad. Ging gelukkig goed. Wel spannend.
Ik merkte al een groot verschil met Broken Hill, het was anders dan de andere delen waar ik geweest was in Australië. De mensen waren onverzorgder, “ruwer”. Welcome to the country side.

Vanuit het hotel werd ik opgehaald door 2 heeeele knappe Ierse jongens, een iets minder knappe Ierse jongen en een Australisch meisje. Ze werkten samen in Broken Hill maar gingen met de auto op bezoek naar Tibooburra, waar ze ook hebben gewerkt. Een leuke rit van 4 uur met veel whisky. Ik kwam aangeschoten in Tibooburra aan, oeps. Daar aangekomen waren de mensen heel aardig, het was een vlugge kennismaking.

Ik woonde samen met een Nederlandse en een Deense jongen, en een oudere Australische vrouw. Met de Nederlandse en Deense jongen was het zo leuk, we konden het heel goed met elkaar vinden en het was heel gezellig. Naar de pub gaan, samen pingpongen, bier en wijn drinken, pizza night, feestje. Ja, dat was prima. We leerden elkaar goed kennen: zoals de jongens altijd zeiden, “Lieke always distroys everything”, haha. Wat helemaal waar was, ik sloopte echt alles.
In de winkel was het flink wennen, ik werd nogal in het diepe gegooid, gelukkig hielpen Marty (NL) en Thomas (DE) me heel goed, maar dan nog. De mensen die hier vast werken bleken na een week niet zo aardig te zijn als ze zich eerst voordeden. Alles wat de backpackers deden was fout. Niets legden ze uit. De man heeft tegen me geschreeuwd (bij mijn eerste kleine foutje): “If you’ll do this still wrong next week, we’ll throw you out!!!” Uuh, oke, sorry?? Dus je weet wel hoe de sfeer dan was hè. Bang om meer fouten te maken. Gelukkig deed het me allemaal niet veel. Thuis was het gezellig, en het was tegen iedereen zo.

De Australische mensen zijn hier heel anders, heel “rauw”, onverzorgd, voelde me soms net een schoonheidsprinsesje. Échte mannen (cowboys met hun hoeden en kleren) wonen hier.
Aangezien hier maar 70 mensen wonen, kende ik al snel zo’n beetje het hele dorp geloof ik. Een echt roddeldorp. Dus doe geen stiekeme dingen, ze zullen het te weten komen (en je eruit gooien).
Het Australische accent was trouwens heel zwaar hier, Jezus, ik kon de eerste paar keer niet eens verstaan dat ze “a bag of ice please” (“sorry what do you want, a sandwich?”) zeiden. Kwestie van wennen. Iets langer dan een paar dagen.

De backpackers waren heel gezellig in Tibooburra. Ik kende ze in no time, iedereen praat met iedereen, geen groepjes, en de pub nights en het feestje waren leuk. Als je dan de pub in kwam kon je op den duur tegen zoveel mensen (ook gewoon locals) hoi zeggen.

Ik ben trots op mezelf dat ik het hier zo lang had volgehouden, ondanks de hele negatieve sfeer, de boze mensen (details zal ik buiten beschouwing laten want daar gaat je mond van openhangen) en mezelf toch zo blij en goed voelen. De druppel kwam later. Marty zijn tijd was om, hij vertrok. Oke jammer. Toen kwam er een nieuwe Deense jongen. Dus ik woonde samen met 2 Deense jongens, wel grappig. Echter, toen ik erachter kwam dat ze heel erg achter onze rug zaten te roddelen, de vaste mensen op het werk, en ze zeiden dat ze wilden dat ze een van de jongens al eerder ontslagen hadden (hij deed alles goed hoor en hele lieve jongen) en de andere voor de 3e keer van plan waren te ontslaan (omdat hij als chef niet uit de magnetron wilde eten bijvoorbeeld), dacht ik serieus om te stoppen. Wat Thomas niet leuk vond, waardoor ik het toch iets langer volhield. Maar voor Thomas was het een paar weken later genoeg geweest, hij kon het niet meer, de manier hoe ze ons behandelden (vooral hem en de andere Deense jongen Mick, mij mochten ze tenminste nog). Dus van de een op de andere dag was hij vertrokken, niet leuk.
De sfeer werd grimmiger, de jongen met wie ik overgebleven was had last van stemmingswisselingen door zijn jarenlange wietroken zoals hij vertelde. Dat was te merken. Eerst op het werk dat hij tegen me begon uit te vallen. Toen begon hij me thuis te beledigen en te beschuldigen, kregen we flinke ruzie, 2 dagen later ben ik opgestapt. Doei Tibooburra!!! Ik ben blij dat ik het heb gedaan, zoveel geleerd en ervaring erbij, maar ik was blij om weg te gaan.

Tibooburra is de echt echte outback, een prachtig echte woestijn, 's nachts 3 graden (ijskoud in een slecht geïsoleerd huis), overdag 15-20 graden want het was winter. Alles is zand en stof en overal zijn rotsen. Het zand is rood, er is weinig begroeiing. Altijd blauwe lucht. Als het regent regent het er ook echt en zit je vast want de wegen zijn gesloten. Sommige wegen zijn na een paar dagen begaanbaar met uitsluitend 4x4 wagens.

Daarna heb ik een baantje gevonden bij een cattle farm in Moura, 2 uurtjes onder Rockhampton (Rocky). En wat een verschil is dit zeg!! Je kunt niet bij lievere mensen terechtkomen, altijd bang dat ik iets tekort kom, me volproppen met lekker eten (nee dat is niet goed nee), me meenemen naar van alles en nog wat, uiteten, vakantiehuisje, pubs, achterop de motor daar naar het mooiste uitzicht bij sunset (camera vergeten), een chocoladecake voor mijn verjaardag, festival met cattle, pig race, rodeo, enz enz. Geweldig hier! Binnenkort misschien whale watching. Een echtpaar en een zoon (en een meisje op kamers ver weg) die ik alle 3 dagelijks veel zie. Ik leer paardrijden, mag op de quad rijden, in hun 4x4 rijden, fencing, cattle mustering, voor de paarden zorgen, voor de tuin, en nu ben ik aan het helpen schilderen in hun zoons huis. Ontzettend leuk! En ook the country side, maar dan verzorgdere mensen. Iedereen is cowboy, iedereen is goed met paarden, iedereen woont op een cattle farm of werkt in de kolenmijn, iedereen draagt een cowboyhoed met losse jeans en laarzen eronder en een grote riem erop. Ik ben eergisteren mee geweest naar een bull sell en heb een bull “gekocht”!!! Haha. En ik liep wel even uit de toon. Voortaan zet ik ook een cowboyhoed op en trek mijn western paardrijlaarzen aan. Een bloes gaat me net iets te ver om erbij te horen haha. Ik ben nog steeds een toerist.

Kangoeroes zijn in Australië net als konijnen in Nederland, je ziet ze overal (net als enorme de grootste steaks ooit, wat ze een normale proportie vlees vinden haha), worden overal aangereden en zijn een plaag. Maar wat zijn het toch ongelofelijk mooie beestjes, zoals ze daar rondspringen met hun kleintjes. Als ik naar mijn cabine ga (eigen slaap- woon- en badkamer, soort studiootje), moet ik goed oppassen voor grote mannetjes kangoeroes, vol met testosteron, die kunnen je nog wel eens achternazitten om je te trappen, verder uitkijken voor the Brown snake die in Moura heel wel zitten, vooral nu het rond de 30 graden is. 1 beet en je bent dood. Ook word ik gepest door gijze vogels, die mijn hoofd aanvallen because they’re playing. Jeb, Welcome to Australia!

Link naar mijn blog: Het is me een avontuur - Reisverslag uit Moura, Australië van Lieke Hendriks - WaarBenJij.nu

1 like

Leuk dat je ook meedoet! >>>

Had je alle stappen voor deelname gevolgd? Zie http://www.wereldwijzer.nl/showthread.php?t=190997

Mooi die foto op de trekker!

Wat een ervaring Lieke! Cattle farm dat noem ik nou een leuke aanwinst voor je CV!

Abraço,
Sofia

Lieke, prachtige ervaring plaats dit bericht (blog) ook op Australië Forum is voor onze bezoekers best interessant en wel bij deze LINK
Bij voorbaat mijn dank!

Ik heb zijn posting “Het is me een avontuur” verplaatst naar het Australië Forum (subforum reisblogs)

1 like

Per ongeluk was alleen de eerste post verplaatst, de reacties waren hier achtergebleven :smiley: Heb ze weer even samengevoegd. Aangezien dit een nieuwe rubriek is misschien even handig als dit topic hier blijft staan, dan kan Lieke altijd nog zelf een bericht plaatsen bij Kees in het Australië forum?